.


.

vrijdag 26 juni 2009

waterlanders













aan de overkant zwemt
een fietser in de lucht
een parachute

grashappende zwanen
hebben de maan daar
gelaten

op de stam die niet wil
treuren staat vijftien
gelijk aan dood

een reiger scheert ijlings
over aalscholvers vliegen
op huis aan














07-11-08, 21-12-08, 26-06-09

zaterdag 20 juni 2009

golfslag










probeert u de dichter
niet te leren kennen
door zijn woorden

het zal u lukken
of niet dat staat
bij voorbaat vast

de dichter zit niet in
de woorden verankerd
die u uitlicht en verbrandt

het schip keert weer
vaart naar de haven
het dek valt leeg

de golfslag is
van later
orde





15,19-06-09

zondag 14 juni 2009

omdat altijd ergens iets













dof vermoeden schemert
door glimmend harnas heen
omdat altijd ergens iets

trillend vel zich niet laat
sturen alleen voorbij de kou
omdat altijd ergens iets een
niet getrokken pad mijn sporen
mijn hakken in bevroren zand

omdat altijd iets
altijd ergens

iemand





zaterdag 13 juni 2009

Poetry International Live Stream 13 tot en met 19 juni


Vanavond is de opening van de 40e editie van Poetry International in Rotterdam.
Kun je niet aanwezig zijn maar ben je wel nieuwsgierig?
Volg hier de
live video-stream (van 20:00 - 21:30)
Informatie over het volledige programma vind je hier:
http://www.poetry.nl/
Ik ben vorig jaar een avond geweest en het is zeker de moeite waard!
A.s. donderdag ben ik er zeker: dan is er een avond rond de 75e verjaardag van Rutger Kopland.

vrijdag 12 juni 2009

ouder



ik hou van de regen
in de laatste lente

wat is eerder vertrekken
anders dan een missen
van de regen die toch is

hij is er nog
ik geef me over
aan zijn gaan











voor haar
die hem mist



donderdag 11 juni 2009

De komende en de gaande


Ik kende Esther Gerritsen van haar theaterteksten. Die zijn komisch, scherp. De eerste honderd bladzijden van De kleine miezerige god vielen mij, waarschijnlijk door die verwachtingen, een beetje tegen. Een leuk verhaal met aardig neergezette, herkenbare personages, maar toch.
Hoofdfiguur is Dominique, een dramatherapeute die regelmatig op bezoek gaat bij haar dementerende moeder, een nieuwe baan in een nieuwe stad heeft om een nieuw leven te beginnen, toch weer te veel gaat drinken en een lelijke man aan de haak slaat en zwanger wordt. En ondertussen ook nog een onderbuurvrouw heeft die heel veel aandacht vraagt. Lekker geschreven, dat wel, maar ergens miste ik iets, werd ik niet meegevoerd, wilde ik niet perse verder lezen.

En toen, opeens, greep het verhaal me toch, door een klein miezerig zinnetje dat alvast verwees naar wat er ging gebeuren, het verdere verloop verklapte. Ik kwam als lezer in de positie van die kleine miezerige god, wist welk drama de hoofdpersoon boven het hoofd hing. Medeplichtig werd ik, tegen wil en dank. En kleine miezerige godzijdank niet op het poppenkastniveau waar ik zo’n hekel aan heb. ( ‘Achter je!’)
Het zat meer op het niveau van de catharsis, de loutering die niet uit kon blijven, al gebeurde er onherroepelijk wat er moest gebeuren. Juist doordat ik wist hoe het af ging lopen met het geluk, werd het intense genieten van Dominique iets waar een intense triestheid doorheen schemerde, omdat de donkere wolken voor mij al te zien waren.

Het boek heeft me meer geraakt dan ik verwachtte na de eerste hoofdstukken. ‘ Verraderlijk’, zou een docente van de theaterschool zeggen: 'Als ik moet huilen om een stuk (een boek, in dit geval) vertrouw ik het niet. Dan hoeft het nog niet goed te zijn, het zegt iets over mij.'
Verraderlijk of niet, de thema’s blijven rondzingen, roepen vragen op, stemmen tot nadenken over mijn eigen schrijven en het gebruik van thema’s en schrijftechnieken. Een paar voorbeelden:

Het gebruik van de alwetende verteller: deze wordt neergezet als god, en vervolgens wordt ook de lezer diezelfde god.

Het gebruik van namen gerelateerd aan thema’s: Kris en Dominique die volgens hun namen aan god toebehoren, god volgen. Een zoon die niet blijft leven, een god die toekijkt. Een vader die dood is.

Het synchroon lopen van verhaallijnen rond eenzelfde thema maar anders ingevuld:
Twee moeders die hun dochters nooit meer echt spreken. Wat mij na deed denken over ontferming als levensdoel. Wie ontfermt zich uiteindelijk over wie? Wie behoort wie toe?

En last but not least de theatrale (weliswaar al vaak gemaakte) vergelijking die gemaakt wordt: Het leven als tragikomedie. Met de komende en de gaande. Wie neemt welke rol nu eigenlijk aan, welke rollen bedelen we de ander toe? Uiteindelijk was dat het thema dat het meest bleef hangen en mij het meest inspireerde, met als eye-opener deze zin:

‘Zo reed Dominique van Washington DC vandaan in de enige rol die mevrouw Jovkov de mensen om haar heen kon toebedelen: die van degenen die haar verlieten!’

Een zin die mij inspireerde en deed stoppen met lezen om zelf een zin te noteren.
Het boek nodigt na de laatste bladzijde uit om nog eens terug te bladeren. Het is een boek dat raakt, troost misschien ook, maar in ieder geval tot nadenken stemt en mij vooral ook inspireerde tot zelf willen schrijven. En daarbij vooral niet te bang te zijn te veel informatie weg te geven.

zondag 7 juni 2009

Getwitter










Als ik zou twitteren
zou ik twitteren:

Met onbekende dichters in de kroeg. Poëziefestival.
Onverwacht op open podium. Met ‘Ja, ik wil’. Kicken!

Maar ik twitter niet.

Ik dicht:

Dichters zijn losers.
Ze zitten maar en praten maar.
Doen alsof ze luisteren naar al die anderen met hun megagrote ego’s.
Mijn glas is al even groot of groter en past niet tussen al die regels van de rest,
mijn regelgeving is van korte duur, ik geef een zin.

probeer u niet in mij vast te bijten

ik houd niet op glazuur
en ook niet van

de dofheid is mij mooi genoeg




donderdag 4 juni 2009

geen kip te zien











de grote zwarte kauw
en de dikke grijze duif
pikken het graan van
de kleine bruine kippen

zo gaat dat hier dus
in de grote dierenwereld

aan de dijk in Smitshoek






dinsdag 2 juni 2009

Ja, ik wil










Ik wil poëzie die er toe doet. Guur of niet guur
is geen vraag die woorden hun weg laat vinden.
Ik wil woorden die het persoonlijke overstijgen.
Woorden die lagen aanboren en samensmelten.
Woorden die de dichter doen raken door de
synergie die buiten het schrijven om ontstaat.

Ik wil schrijven als de zanger die op pinkpop
zichzelf verliest en mij met zich meeneemt
naar die wereld die alleen in kunst verdwijnt.
Ik wil op een vuilniswagen door de stad en
kerels vechtend om mijn regels op hun zij.
Ja, ik wil. Een credo in hun wereld zijn, ik wil.

In neon flikkeren op de gevel met woorden
die mijn stad het licht geven en het lege hart
doen vullen met saudade, troost en valse schijn
van wat in kunst niet meer mag zijn. Dan dat.
Juist dat wat nergens kan verpozen moet zijn
omdat het nergens anders binnen komen mag.

Dan hier.





(een eerste poging tot een credo)

maandag 1 juni 2009

wisselstoring - vervolg op tijd






















de traagheid van de treinreis is
niet guur genoeg voor ons
verdicht

het brandje tussen hier en later
te vroeg geblust het raakt
ons niet

het neemt onze beslissingen en
wij gaan zonder morren weer
op weg

mijn god zo god vergeten ver
laat later laatst zijn

als blikken
stemmen ons sommeren
aus zu steigen volgen wij gedwee

wij kopen onze krant en doden
onze tijd op het spoor
wij zijn

altijd iemand
die verlaten gaat en wordt






Link, zie reactie 4 op Lili:
Ik wil een bijl - manifest voor riskante literatuur