Mariken kleppert ongeduldig
op de klinkers, Zadkine
op de klinkers, Zadkine
vult zijn hart met hoop en slaakt
opnieuw een kreet, hij weet
ervaren en door jaren wijs, als
geen ander van het bouwen
op elkaar en op de Maas
de dichter heeft de nacht
de wacht gewisseld, de stad
gebleven, wacht nog even
op het voorjaar, Rotterdamse
lente, kom, Mariken, kom
we gaan
Dit gedicht schreef ik als antwoord op een gedicht van de nieuwe stadsdichter van Nijmegen: Heidi Koren.
Haar gedicht vind je in dit filmpje