.


.

zaterdag 29 september 2018

Engel


Net voor de film Engel begon had ik een kort gesprek. ‘Gelukkig is scenarioschrijven een ambacht dat je kunt leren’, zei iemand, ‘bij poëzie is dat anders, daar zou ik niet zo veel over kunnen zeggen.’

Dat triggerde mij. Want de dichter en filmmaker in mij proberen al jaren hun plek te veroveren en hoe hard ik ook probeer die twee in het schrijven samen te brengen, soms krijgen ze ook een beetje ruzie met elkaar. Tijdens de film bleef die opmerking in mijn hoofd doorwerken. En de dichter en de filmmaker waren het zowaar met elkaar eens. Schrijven van poëzie is net als scenarioschrijven een ambacht. Een ambacht met gereedschappen die je kunt leren gebruiken. Daar begint het mee. En het is de kunst om daarna die gereedschappen zo te gebruiken dat het kunst wordt. Onderscheidend, authentiek en universeel.

Opeens werd de filosoof in mij wakker:
Die dichter en filmmaker kunnen het er dan wel over eens zijn, maar wat vind jij eigenlijk?

Onderscheidend, authentiek en universeel. Grote, maar ook holle woorden. En door de volgorde wordt ook nog de suggestie van een hiërarchie gewekt. Maar is er wel een hiërarchie in aan te brengen, en zo ja, in welke volgorde. Iets is authentiek en daardoor onderscheidend. Is het niet meer een kwestie van oorzaak en gevolg, of misschien juist van synergie? En wanneer krijgt iets universele waarde? Universeel en authentiek lijken tegengesteld aan elkaar. Iets universeels op een authentieke en onderscheidende manier vertellen is dus blijkbaar de kunst waar je naar streeft. Maar dit als doel stellen bij het schrijven werkt juist averechts. Pas bij het loslaten van deze gedachte en door bij de bron te blijven van waaruit je werkt, kun je iets maken dat alleen jij kunt maken. Daar had je onlangs met een aantal dichters ook nog een gesprek over.

Precies! De poëzie, de poëzie, daar gaat het om.
De dichter wil het woord.
Nee, roep ik, het gaat niet om ons. Het gaat om de ander. 
De tijd en de ander. Het is aan de tijd
en aan de ander om ergens een waarde aan te geven.
Het gedicht en de film zijn van de lezer, de kijker en de luisteraar.
Zij en zij alleen kunnen er hun verhaal aan geven, hun verhaal van maken. Wees stil, lees, kijk, luister.

Terug naar de film Engel. Een fragmentarische film die de kijker in mij aan het werk zette. Het was niet gemakkelijk om ergens een haakje te vinden. Het duurde even voor ik een voor mij duidelijk kader had, echt in het verhaal zat. Zoeken naar een verhaal werkte ook hier averechts. Misschien was het de maker in mij die teveel meekeek. Putte ik te weinig uit mijn eigen bron. Zou dat kunnen? Uiteindelijk werd het harde werken wel beloond. De beelden gaven me een gedachte, de gedachte kreeg woorden, de gedachte werd een verhaal.

Zoals de man in zijn hoofd destructief is en zijn eigen dood in alle variaties steeds weer voorbij zag komen, zo wist de vrouw hem in haar hoofd weer tot leven te wekken.
Een universeel thema, de man vernietigt, de vrouw geeft leven, in een persoonlijk verhaal, op een eigenzinnige manier verteld. Misschien niet wat de maker er in heeft gelegd, maar wel wat ik er uit haalde.
























































zondag 2 september 2018

HOEKSTEEN, the making of van onze dertiende 48-film. In woorden, meer beelden volgen later.





Eerst wilden we niet meedoen, te druk, een te vol hoofd, een te volle agenda. Toen begon het toch te kriebelen en schreven we ons in. Bereidden ons niet zo uitgebreid voor als andere edities. Dat wil zeggen, we hadden geen acteurs in standbystand (mooi woord) en hadden pas een week vantevoren een eerste en ook enige vergadering en locatiescout. Dat was het.

Lastminute vlogen we een artdirector en visagist/fotograaf in. Opnameleider en geluidsman haakten door overmacht af en we besloten het zelf te doen, zoals we dat meerdere jaren ook deden.


Op vrijdagmiddag maakte ik mijn hoofd leeg, las mijn basiscursus scriptwriting nog eens goed door, maakte een naslagdocument met alle genres en kookte een goede maaltijd. Een begin is het halve werk. Of het goed was….het beste voor dat moment in ieder geval wel.

De rest is geschiedenis. Letterlijk. Nooit gedacht nog een Period Piece te maken. Terug naar mijn jeugd, terug naar de krakersbeweging, terug naar de jaren 80.


Wat was dat tof. Een soort van memory Lane, alsof je door je eigen fotoalbum loopt waarin vrienden van toen tot leven komen en geen dag ouder geworden zijn. Wat waren de details in art-direction prachtig. Buttons, boeken, aankleding, planten, spandoeken, slogans, alles klopte. Tot en met de Rotterdamvlag als spandoek met de woorden ‘WONEN IS EEN RECHT’. 



Wat was het leuk om met jonge mensen te werken, met last-minute acteurs die ’s nachts nog geregeld moesten worden. Wat hadden we een pech met haperende techniek en regenbuien. Wat was het tof om jaren 80-muziek tot leven te horen komen. Een poster te zien ontstaan. Wat hadden we weer een geweldige catering.

Wat waren we moe op zondag. Wat zagen we het even niet meer helder de laatste uren. Wat baalde ik ervan dat we direct na het inleveren twee relatief eenvoudige wijzigingen deden en we dat in de middag niet deden, zagen, vergaten. En wat is het tof om nu nog bezig te zijn met een nieuwe versie, wat zeg ik, met nieuwe versies. We zijn bij versie 8, proberen kleine dingetjes en grotere dingetjes uit. Natuurlijk missen we beelden die we wel hadden willen schieten, zien we wat we beter hadden kunnen doen en nemen we ons voor een volgende editie het weer net even anders aan te pakken. 

Een volgende editie? Ja, ondanks het volle hoofd, de volle agenda en een zondagochtend waarop ik, zoals iedere keer, alleen maar de woorden ‘nooit meer’ als een mantra door mijn hoofd hoorde zingen, kriebelt het alweer. Utrecht is wel heel erg snel, volgend jaar misschien, evenals Leeuwarden. Want we willen alle steden een keer gedaan hebben. Maar Cinekid? Wie weet. En misschien wel in een heel andere vorm dan we nu deden.

Niet omdat we willen winnen, maar omdat we willen maken. Moeten maken. Zonder concessies en met mooie mensen die dat ook willen, die dat ook moeten. Want alleen dan komen er mooie dingen uit. Ik ben trots. Trots op wat we met elkaar gemaakt hebben.