Zojuist zag ik zwermen eksters in formatie
overvliegen, neerstrijken, weer opvliegen.
Rodekoolvelden, kale donkerbruine akkers
waarboven de laatste gloeiendrode zon
genageld stond in bijna absolute stilte.
Het noorden laaide fakkelvuur de lucht in.
Later herkende ik de akkers, aanschouwde
beelden van dit land dat mij zo lief was.
overvliegen, neerstrijken, weer opvliegen.
Rodekoolvelden, kale donkerbruine akkers
waarboven de laatste gloeiendrode zon
genageld stond in bijna absolute stilte.
Het noorden laaide fakkelvuur de lucht in.
Later herkende ik de akkers, aanschouwde
beelden van dit land dat mij zo lief was.
Tien kilometer onder mij kon gas geen kwaad.
Ik luisterde. Niemand riep, alles was stil.
Het fakkelvuur was verwaaid. Alleen
de eksters piepten nog.
Ik luisterde. Niemand riep, alles was stil.
Het fakkelvuur was verwaaid. Alleen
de eksters piepten nog.